Wat veel hoogbegaafden gemeen hebben met elkaar is dat ze een stevige innerlijke criticus in zich hebben. Die overeenkomst uit zich in een aantal punten die ik in dit blog wat nader uit zal leggen.
Onderzoek
Tijdens mijn opleiding tot talentbegeleider hoogbegaafden voerde ik op kleine schaal een onderzoek uit. De onderzoeksvraag was: ‘Kan je vriendjes worden met je innerlijke criticus?’ Dit kwam voort uit mijn ervaring met voice dialogue, de methodiek die ervan uitgaat dat mensen allerlei stemmen in zich hebben.
Denk bijvoorbeeld aan die innerlijke criticus, maar ook de perfectionist, de optimist, de dromer, denker, doener. Dit blog is een ietwat technisch verhaal geworden, over iets wat toch vooral een gevoelskwestie is (aldus de feedback van een hoogbegaafde die de blog heeft gelezen voordat ik ‘m hier postte en me ook meteen voorzag van een voorbeeld waarin hij zich aanpaste, zie punt 2 :)). Uitgevoerd onderzoek tijdens coachtrajecten
Ik koppelde aan het onderzoek een traject van 5 sessies per kandidaat, waarin ik ze ben gaan coachen op die specifieke stem: de innerlijke criticus dus. Het zal niemand, denk ik, verbazen dat de perfectionist in alle gevallen ook een grote rol speelde, naast de criticus. Vanuit mijn ervaring blijkt dat deze twee vaker wel dan niet met elkaar samenwerken. Het onderzoek in werking
Voorafgaand aan het onderzoek stelde ik ze een aantal vragen die betrekking hadden op de innerlijke criticus. Met cijfers van 0-10 konden ze bijvoorbeeld aangeven in hoeverre ze 'last' ervaarden van de criticus, op welke gebieden in hun leven hij er voornamelijk is en in hoeverre zij geneigd waren daadwerkelijk te luisteren naar wat de criticus zei.Tussentijds evalueerde ik deze punten met hen en naderhand vroeg ik hen uiteraard wat het resultaat voor ze was geweest van het gehele traject.
Meer zelfinzicht, inzicht in de criticus én milder naar zichzelf
Ze waren in het traject in het algemeen meer over zichzelf te weten gekomen en hadden gerichter inzicht gekregen in hoe hun eigen criticus werkt. Ze merkten verbetering op, omdat ze daadwerkelijk minder kritisch naar zichzelf waren geworden en daarmee ook beter / anders waren gaan denken over zichzelf en meer gingen doen. In andere woorden: ze ervaarden de stem van de innerlijke criticus als minder streng en zachter en milder. Welke patronen hadden deze hoogbegaafden gemeen met elkaar?
Uit het onderzoek kwamen wat patronen naar voren die ik bij veel van mijn cliënten terugzie als ze voor het eerst bij mij de praktijk binnenkomen. Ik zal er een aantal in dit blog gaan toelichten, maar eerst nog wat uitleg geven over wat de innerlijke criticus nou eigenlijk doet. Wat doet een criticus ‘normaal gesproken’?
Gedacht wordt, dat een criticus danwel een perfectionist gewoon zijn zoals ze zijn. Dat ze daar ‘maar mee moeten dealen’ als het ware. Mijn mening: niets is minder waar. Als je je eigen criticus los kunt zien van jezelf en je kijkt ernaar dan zie je dat deze criticus an sich iemand is die zich bezighoudt met zaken die niet kloppen, hij ziet wat er mist of ontbreekt. Hij heeft een scherp oog voor detail en weet de vinger op de zere plek te leggen. Dat zijn mooie eigenschappen zelfs, die vooral voor hoogbegaafden super nuttig kunnen zijn in werk, in relaties, in het leven.Maar... Criticus naar binnen geslagen
Bij veel hoogbegaafden is deze criticus (en perfectionist) als het ware ‘naar binnen geslagen’. Ze vallen 'samen' met de kritische stem en kunnen, als ze zich er niet of te weinig bewust van zijn, het onderscheid niet maken tussen zichzelf en de kritische stem. "Ik bén nou eenmaal kritisch" is dan een vaak gehoorde uitspraak. Oorzaak: kritisch door verhoogd zelfbewustzijn
Al van jongs af aan voelen ze zich vaak anders en denken ze anders dan anderen. Ze zijn gewend geraakt om voortdurend alert te zijn op de eigen houding en gedrag. Zelfbewustzijn, maar dan met een negatief sausje. Het denken stopt ook niet, het ratelt vaak maar door in dat hoofd van een hoogbegaafde. Zichzelf vergelijken met anderen, of ook wel refereren genoemd, is een manier van leven geworden. Kijken hoe de ander het doet en het dan nadoen, zodat ze een beetje ‘erbij passen’ of ‘erbij horen’. A sense of belonging. Dit is zo ongeveer het diepste oerverlangen, niet in de laatste plaats omdat ze zich vaak zo anders voelen dan anderen. Het effect van een naar binnen geslagen criticus
Het effect van zo’n naar binnen geslagen criticus die niet meer beoordeelt, maar veroordeelt, is dat onbewust faalangst en uitstellen de overhand kunnen nemen en aanpassen oftewel pleasen de nr. 1 houding wordt.
En dit is iets belangrijks: zelfkritiek kan zowel functioneel als destructief zijn.
Bewust of onbewust wordt gedacht: “Het is toch nooit goed genoeg, dus liever nergens aan beginnen. Ik pas me wel aan. Dan zal ik enigszins veilig in de comfortzone kunnen blijven. Dan hoor ik er ook nog een beetje bij.” Er zijn er ook die juist extreem kritisch worden naar buiten toe en de hele wereld ‘afrekenen’ op wat er mis is. Het is een reflectie van het conflict in de binnenwereld, wat volop geprojecteerd wordt op de buitenwereld. De zelfkritiek is dan zo vervelend geworden, dat kritiek op de buitenwereld hebben ze ogenschijnlijk meer rust lijkt op te leveren.
Slachtoffer
Een fikse innerlijke criticus ontstaat niet zomaar. Een hoogbegaafd kind groeit niet op met al die negatieve ideeën en opvatting over zichzelf. Omdat het zich al vrij jong anders voelt, zich anders gedraagt, krijgt het feedback van de omgeving. Afhankelijk van deze feedback, de reacties van de mensen in diens omgeving, zal het zich ontwikkelen met een criticus die daarbij 'past'.
Een spiegel in liefde voorgehouden krijgen
Maar het is pas als een hoogbegaafde dit liefdevol te horen krijgt, een spiegel voor krijgt, dat hij kan beginnen met zien dat hij zijn criticus niet is. Dat kan een lange weg zijn, omdat er altijd verleden mee gemoeid is, maar niets is helender dan dat. Afijn, ik dwaal af, ik ga de overeenkomsten nu echt nader aan jullie toelichten! Overeenkomsten uitgelicht
1. Fixed or growth mindset Bij het leren over hoogbegaafdheid komt deze term snel op. Fixed: het statisch denken. Dingen zijn zoals ze zijn, en worden niet anders. Growth: het dynamisch denken. Het kan alle kanten nog op, er is groei mogelijk, processen zijn in beweging. Je ziet ook wel dat sommigen beide ‘systemen’ in zich hebben of hanteren, maar ze ‘gebruiken’ op verschillende gebieden. In werk kunnen ze bijvoorbeeld volledig opgaan in growth, maar in fixed als het gaat over de relatie. Welk systeem er ook is, er is altijd een reden voor. Bewust of onbewust. Een voorbeeld van uitspraken: “Nee dat kan echt niet hoor!” vs. “Ik denk dat dat wel kan, zullen we het uitproberen? We vinden wel een oplossing, let maar op!” Achterhalen van de reden van de fixed mindset kan heel nuttig zijn, mits er natuurlijk het verlangen is deze om te willen zetten naar growth. Toch wordt soms het achterhalen van de reden belangrijker gemaakt, dan het daadwerkelijke verlangen om te veranderen naar growth. Laat voorop staan dat mijn mindset growth is, waarmee ik aan wil geven: wat de reden ook is, verandering kan altijd in gang gezet worden. Het is dus ook een kwestie van perceptie of dit voor jou een keuze is, of niet ;-) Merk je een fixed mindset bij jezelf op, dan kan het misschien helpen om eens een maand lang in gedachten te oefenen met de growth mindset. Wat zou ik doen als ik er nu als growth in zit?Dan komen we bij de tweede overeenkomst tussen hoogbegaafden. 2. Vergelijken oftewel refereren aan anderen Vanuit het idee anders te zijn, anders te denken, komt bij veel hoogbegaafden de aanpasser of de rebel omhoog. Richt ik me hierbij op de aanpasser. Erbij willen horen is een heel belangrijke drijfveer voor de aanpasser of pleaser. Zij weten zich zo aan te passen aan de wereld om hen heen, dat anderen dit vaak niet eens opmerken. Ze kijken hoe een ander iets doet, en proberen dit gewoon ook uit. “Dan val ik in iedergeval niet uit de toon.” Zo heb ik persoonlijk 30 jaar van mijn leven, als ik bij anderen op bezoek ging, eerst gekeken hoe zij omgaan met het eet-ritueel, vóórdat ik zelf begon met eten. Ik was me er niet eens volledig van bewust, en toen ik het begon op te merken kon ik het veranderen. Ik ben nu in staat ‘gewoon’ te gaan eten, zonder me nog af te vragen of mijn eet-gedrag wel past in de omgeving waar ik op dat moment ben. “Ik was 15 en aan het voetballen met een paar grotere jongens. Op een gegeven moment ging Ernie op zijn handen staan en vielen er 10 dubbeltjes uit zijn broekzak. Hij raapte ze op, maar ook andere jongens raapten er op. En toen was hij er dus een paar kwijt. Ik zag dat oprapen en dacht: oké, blijkbaar is dit leuk. Ernie ging zijn best doen om uit te vinden wie er nog dubbeltjes van hem had. Veel medewerking kreeg hij niet, maar na een tijdje had hij ze toch terug op ééntje na: degene die ik had. En ik realiseerde me toen dat het dus maar een spel was geweest, maar ik durfde niet als laatste dat dubbeltje terug te geven; ik had het 'spel' immers verkeerd begrepen. Om me te redden uit die situatie, deed ik ook maar een handstand en liet het dubbeltje uit mijn hand vallen. Dat werd daarna vrij snel gevonden. Pff... Ernie had zijn dubbeltje terug en niemand had gemerkt dat ik het spel niet kende…"
3. Interne of externe referentie In het refereren zelf kan nog een belangrijk onderscheid gemaakt worden. Iemand die intern gerefereerd is en handelt, denkt en voelt vanuit zijn eigen normen en waarden, zal bij een interactie de mening van de ander naast de zijne leggen. Even los van hóe die persoon dat doet, zal de eigen mening in iedergeval geen ruimte inboeten ten opzichte van de mening van de ander. Sommige hb’ers kunnen ook neigen naar het extreem profileren van de eigen mening, wat soms voortkomt uit juist een sterk ontwikkeld extern referentiekader. Een extern gerefereerde persoon, die handelt denkt en voelt vanuit de normen en waarden die anderen hebben, zal de mening als het ware op de eigen mening leggen. Zelfs vaak niet meer weten wat de eigen mening is. Dit is een innerlijk patroon wat ik bijzonder vaak voor zie komen bij hoogbegaafden. Zij kunnen ontzettend goed afgesteld zijn op de normen en waarden, behoeftes, stemmingen van anderen. En die van zichzelf weten ze na verloop van tijd ook niet meer te vinden, wat eeuwig zonde is. Het zijn ‘maar’ patronen…
Welk patroon het ook is in het systeem van de hoogbegaafde, het is een patroon. Niet meer en niet minder. En dat geldt ook voor patronen waar je last van hebt. Dat is fijn! Want hoe lang het er al is, of hoe diep het ook ligt: patronen kunnen doorbroken worden :) Dus vriendjes worden met je innerlijke criticus? Ja, dat kan! Er zijn nog zoveel meer patronen te benoemen, maar deze drie waren voor nu on top of my mind. Ik ben benieuwd naar jullie reacties.
Comments