Dienstbaar en begripvol zijn. Twee prachtige eigenschappen van haar. Toen ze haar traject startte was vooral het uitstel- en pleasegedrag onderwerp van gesprek. Haar werkgever gaf haar de mogelijkheid om zich hierop te laten coachen.
Ze vond het namelijk lastig ergens aan te beginnen en kon uren op internet surfen en interessante dingen lezen. Dit compenseerde ze dan erna wel weer door hard te werken, maar zich er goed over voelen was er niet echt bij.
Als ze dan wél begonnen was, werd het afmaken weer een volgend issue. Op werk krijgt ze doorgaans veel mail van collega’s en klanten en mensen die fysiek aan haar bureau komen vragen of ze kan helpen.
En ja, natuurlijk kon ze dat!
In het begin bleef ze dat ook doen. Anderen helpen, ook al lag ze steeds achterop in haar eigen werk. De ander had haar nodig toch? En ze begreep ook zo goed dat doe ander niet zómaar iets vroeg, dus hup klaar staan.
Maar ondertussen was een groot deel van haar bewustzijn continu bezig met wat ze nog niet had gedaan. Onrust voelen, gespannen zijn en slecht slapen door het gepieker.
Ik vroeg haar eens “Waar ligt jouw grens?” Ze wees een punt aan in de verte en trok vanaf daar een cirkel door haar armen wijd te spreiden. En ze schrok. “Jeetje, ik geef iedereen in mijn kantoor heel veel ruimte. Ze zitten allemaal IN mijn veld van aandacht.”
Haar dienstbare deel wist niet beter. Die was gewend anderen aandacht te geven en hulp te bieden: wanneer anderen het nodig hadden. Terwijl mijn cliënte achterliep op praktisch alles. Dat moest anders.
En dat is nu anders. Ze heeft op werk de vrijheid om thuis te werken. En omdat haar dienstbare deel ook thuis nog steeds dienstbaar wil zijn, heeft ze in haar werkagenda nu ‘vrije’ afspraken staan. Collega’s weten dan dat ze haar niet met alles kunnen storen. En hierdoor komt ze minder in de verleiding om te helpen. “Mijn dienstbare deel heeft vrij en nu komt mijn productieve deel meer aan bod. Even in m’n eigen bubbel en echt werken aan mijn eigen werk. Nu denk ik steeds vaker dat ik recht heb op die ruimte voor mezelf, ik geef mezelf er toestemming voor.”
Ze vertelde nog iets. Ze had zichzelf ergens op betrapt. Vorige week, in de vakantie, was ze aan het werk en werd zich bewust dat ze steeds haar werkmail aan het checken was: ze was aan het uitstellen vanuit het idee dat ze dienstbaar moest zijn! Maar er kwam geen mail. Ze kón niet dienstbaar zijn, maar wílde dat om iets uit te stellen! Ze schaamde zich er een beetje voor. Besloot toen toch aan het werk te gaan.
Het is juist mooi dat ze zichzelf betrapte. Eerlijk kunnen en durven zijn naar jezelf, zien wat je aan het doen bent om iets uit te stellen. Het was lang een automatisme, een blinde vlek. Nu niet meer. Nu kan ze echt kiezen voor ander gedrag. “Het gaat langzaam, maar ik voel nu dat dit echt van binnenuit komt. Dat IK het anders wil en ook, belangrijker nog, dat ik het kan!”
We hebben daar nog even expliciet bij stilgestaan. Haar patroon in uitstellen en pleasen was al heel jong begonnen. Hoe gaaf is het dan dat je als volwassene in staat bent om zo’n diep geworteld patroon te doorzien en te doorbreken.
Comments